Reportage Nederland

Op bezoek bij een luie boer

Sterre

Gewapend met een tasje waarin ze eetbare vruchten en noten kan verzamelen, slentert Sterre (8) uit Amsterdam over smalle paadjes tussen bomen en struiken. Ze is vandaag in een voedselbos.

Elk seizoen groeit en bloeit er van alles: bomen vol fruit of noten, knolgewassen, paddenstoelen en bijvoorbeeld deze Gelderse roos, een struik met een rode bes die ruikt en smaakt naar hondenkak. "Ik heb wel geroken, maar durfde niet te proeven”, zegt Sterre. De blauwe schapenbes is meer haar smaak. “Alsof je banaan met chocola eet!” 

En er staat een Chinese mahonie met bladeren die smaken naar Franse uiensoep met kaas. Sterre kijkt haar ogen uit en zet ondertussen geen voet naast de paadjes. Zo vertrapt ze geen planten of dieren. 

Tien jaar geleden werd dit bos geplant, aan de rand van het dorp Groesbeek in de provincie Gelderland, midden tussen de maisvelden en graslanden van boeren. Deze boeren bewerken hun land met enorme tractoren, kunstmest en eenjarige gewassen zoals mais en graan. De eigenaar van het bos vindt het jammer dat deze boeren niet meer samenwerken met de natuur. “Ze kiezen bijvoorbeeld voor een grassoort die alleen maar voedzaam is voor de koeien maar niet voor de weidevogels en insecten. Hierdoor zie je die steeds minder.” Vaak is de bodem ook slecht geworden doordat er gif is gebruikt en zware machines over het land rijden. Zo verdwijnt het leven in de bodem en dat beïnvloedt ook het leven boven de grond. 

Luie boer

Wouter pakt het heel anders aan en noemt zichzelf een luie boer. “Ik houd ervan voedsel te produceren, maar ik werk liever niet op het land.” Daarom heeft hij zijn voedselbos slim ingericht: de natuur, de bomen en de struiken doen al het werk. De hoge bomen beschermen de lage bomen tegen de wind en de regen. En zo heeft elke boom en struik een eigen taak in het bos.


Alles staat door elkaar waardoor heel veel vogels, insecten, dassen en sinds kort zelfs een bever naar het voedselbos komen omdat ze houden van deze rommelige afwisseling en hier graag hun buik komen vol eten. Ook wormen, schimmels en bacteriën in de grond worden hier gelukkig van. Het bos bloeit en groeit zo weelderig dat er genoeg te oogsten is. Zo verkoopt Wouter z’n producten aan een restaurant en vandaag dus ook aan Sterre en haar ouders die in Amsterdam vaak naar de gemeenschappelijke pluktuin gaan. Sterre vertelt dat haar ouders met deze gewassen maaltijden kookten voor in hun restaurant. In elk gerecht kwam wel iets van de pluktuin: zuring, salie, waterkers en boekweitbloempjes. “Soms maken ze ook iets met vlees, maar dat komt dan van een boer in de buurt die zijn varkens altijd buiten laat wroeten.” 

Eetbaar

Sterre is fan van voedselbossen. “Vroeger wisten mensen wat er allemaal eetbaar was in de natuur, maar dat zijn we verleerd. In een voedselbos kun 

je dat weer leren. En ze zijn goed voor het milieu. Want het a groeit aan de boom, je plukt het zonder verpakking en er hoeven geen vliegtuigen 

of vrachtwagens overal vandaan te komen om de winkels te vullen.” Haar ouders moeten door corona stoppen met hun restaurant en willen nu zelf een voedselbos beginnen. Tot die tijd heeft Sterre nog wel wat plannen voor hun pluktuin. “Het lijkt me superleuk om een wormenhotel en een bijenhotel te gaan bouwen. Een wormenhotel kun je heel makkelijk zelf maken en in de tuin zetten. Elke dag gooi je groente, fruit en tuinafval in het wormenhotel, de wormen verwerken dit afval tot heel vruchtbare mest. Het scheelt veel afval en het is ook nog eens supergoed voor 

je tuin!”